De vereniging
Contributie:
Contributie op jaarbasis (voor mensen die geen privéles volgen via Volharding),
- Volwassenen € 180,00 (p/m €15,00)
- Jeugd € 120,00 (p/m €10,00)
Dit bedrag geld bij betaling per automatische incasso.
Contributie is inclusief les.
Kom vrijblijvend eens binnen lopen en /of meespelen.
Woensdag Drumband
Jeugd van 18.30 uur tot 19.30 uur
Volwassenen van 19.45 uur tot 21.30 uur
Repetitie avond:
Bij de volwassenen staat instructeur Gregory Joosten ervoor
Extra les:
Deze lessen worden gegeven door Gregory Joosten
Historie:
Op 1 oktober 1928 komen enkele metaalbewerkers bijeen om een fanfare op te richten. Zij willen namelijk hun vakbeweging met muziek ondersteunen.
Want hoe mooi zou het niet zijn als socialistische strijdliederen met muziek begeleid zouden kunnen worden! Besloten wordt om een partij gebruikte instrumenten te kopen bij firma W.Hamper voor 476 ouderwetse guldens.
Als repetitieruimte wordt het gebouw van “PALVU” (Proletariërs Alle Landen Verenigt U) gevonden aan het laantje. Daar start de vereniging op 10 oktober 1928 met het maken van muziek. Het was aan dirigent Henk van Es de taak om van de zestien mannen, die allen leken zijn op muzikaal gebied, goede muziek te maken.
Oefenen, Oefenen, Oefenen…
Bij de eerste repetitie in de “PALVU” wordt er rond het biljart gespeeld. Bij gebrek aan lessenaars worden bierflesjes als muziekstandaard gebruikt.
Misschien komt hier het gezegde ‘met drank meer klank’ vandaan! Om tot een goed resultaat te komen, moet er natuurlijk ook thuis veel geoefend worden. Als er bij de familie Roza op de esbas geoefend werd gaan bij Mijnte in de keuken de deksel van de pannen trillen. Piet Dijkers strijkt na een dag hard werken neer in de luie stoel zet zijn muziekboek tegen de suikerbus aan en begint midden in de huiskamer te repeteren. Ondertussen is zijn zoon Jan op zijn slaapkamer druk bezig het roffelen onder de knie te krijgen. De Buren zullen genoten hebben!
Volharding en de Bond
De fanfare Volharding is heel lang een metaalbewerkerfanfare geweest. De meeste leden waren metaalbewerkers die actief waren de Vries Robbé en scheepswerf Bijkers. Omdat de Volharding een onderdeel was van de Algemene Nederlandse Metaalbewerkers Bond, hield zij zich vooral bezig met optredens voor de bond. Dit betekende het spelen op 1 mei-vieringen, op jubilea, bij ledenvergaderingen en natuurlijk bij stakingen of demonstraties. Ook werd Volharding veel gevraagd voor loop optredens op feestdagen, waarvoor men soms met een bus van hot naar her moest. In haar beginjaren was Volharding dus al zeer actief als korps, en hoewel de fanfare nog niet veel deelnam aan concoursen, was het niveau al snel vrij hoog.
De optredens voor de bond waren in die dagen niet alleen in muziekaal opzicht erg belangrijk, maar ook op financieel gebied. Zo moest iedereen die lid was van de bond contributie betalen, waardoor een paar centen voor Volhardingbestemd waren.
Drumband
Onduidelijk is wanneer aan Volhardingeen drumband is toegevoegd. Sommigen beweren dat zij samen met de oprichting van de fanfare is ontstaan. Andere beweren dat dit later is gebeurt. Omdat er in de oude notulen niets te vinden is over dit besluit, lijkt het voor de hand te liggen dat de drumband al vanaf de oprichting of al heel snel daarna is opgericht.
Moeilijke tijden
Arbeiders zijn in hun taalgebruik, ook naar elkaar toe, meestal erg duidelijk en rechttoe rechtaan. Ook binnen Volharding is dit niet anders, en zo komt het dat er snel na de oprichting een korte ruzie ontstaat waarbij, zo vertellen de notulen uit 1930, voor het eerst een lid geroyeerd wordt. Later in de tijd zal dat nog enkele keren voor komen.
Volharding heeft het vooral zwaar te voorduren gehad in de crisisjaren vanaf 1932, en de daarop volgende oorlog. Veel arbeiders komen zonder werk te zitten en hebben dus bijna geen inkomen meer. Bij veel leden van de vereniging lopen de contributieschulden dan ook veel te hoog op. Omdat het voor iedereen zware tijden zijn, wordt besloten om eenmalig de schulden kwijt te schelden, en met een schone lei te beginnen. Nog moeilijker wordt het als de oorlog begint, en door mobilisatie en later tewerkstelling in Duitsland het ledenaantal drastisch terugloopt.
Als aan het eind van 1940 ook de dirigent nog ziek wordt, en er maar veertien leden over zijn, wordt besloten de repetities tijdelijk stil te leggen. Tijdens een ledenvergadering op 20 februari 1941 besluit men ondanks het lage ledental toch door te gaan, maar zonder optredens.
Later dat jaar blijkt echter dat er ook voor orkesten een hoop gaat veranderen onder de Duitse bezetting. Zo moeten alle niet in gebruikzijnde instrumenten ingeleverd worden. Daar Volharding dit al had zien aankomen, was al het materiaal uit het magazijn reeds onder de leden verdeeld, waardoor niets aan de bezetter afgegeven hoefde te worden. Een volgend schrijven maakt duidelijk dat als Volharding muziek wil blijven maken, ze lid moeten worden van de Nederlandse Bond van Dilitante Orkesten. Dit houdt in dat Joodse leden geen lid meer mogen zijn, dat politieke en christelijke inmenging is uitgesloten, en dat werken van bepaalde componisten niet meer gespeeld mogen worden. De leden van de fanfare zijn het hier (natuurlijk) niet mee eens, dus instrumenten worden in de tuin begraven en Volharding als vereniging duikt onder.
Vlak na de oorlog zijn er natuurlijk veel bevrijdingsfeesten, maar Volharding kan hier nog niet aan meedoen, aangezien de fanfare door de oorlog zeer verzwakt is geraakt. Het eerste optreden na de oorlog is op 14 augustus, waar Volharding met veertien leden de straat op gaat. Ze missen nog steeds een aantal muzikanten, die in Duisland verplicht te werk gesteld waren.
Na de oorlog
Over de tijd na de wederopbouw zijn niet veel hoogtepunten bekend. Eén belangrijk feit dat wel vermeldingswaardig is, is dat Volharding ook vrouwelijke leden gaat toe laten. Dit was een van de tekenen dat de Volharding zich steeds meer onafhankelijker op ging stellen van de Metaalbewerkers bond. De fanfare kreeg steeds meer niet-metaalbewerkers als lid, en de bond ging steeds minder een beroep doen op de muziekvereniging. In de jaren ’90 is voor het laatst een donatie gedaan door de Bond aan Volharding. Hierna was de band g.